Overwinnen (Over Winnen).
27 februari 2014 - Mombasa, Kenia
Ga ik naar Kenia? Met een drievoudige hernia? Ik wil er zooooo graag naartoe dat ik smachtend wacht op de uitslag van de mri scan en uiteindelijk te horen krijg: ja je mag! Je lichaam is dit zelf aan het oplossen en het is verantwoord om te gaan. De uitstulpingen zitten er nog wel en mettertijd zullen de tussenwervelschijven weer grotendeels genezen. Mijn linkerbeen heeft nog wel krachtsverlies maar ik kán weer een half uur lopen en de controle over dat been neemt weer toe. Trap lopen gaat nog moeizaam. Met (inmiddels) medicijnen tegen de pijn die niet meer onder de opiumwet vallen én goede tips van de therapeut (niet tillen, niet bukken, niet roteren, afwisselen met liggen, staan, lopen) ga ik!!!
Ik ga!!!! Naar Kenia!!!!
En op het moment dat ik het besluit genomen heb, slaat de angst me om het hart.
Hoe ga ik dat doen daarginds?
Een eind in de auto naar de scholen toe?
Op al die luchthavens mijn koffer van en op de band tillen?
In het hotel een kamer ver bij de receptie vandaan (de kamer nummers lopen hier tot boven de 2300…)?
Trappen op in het hotel?
Een lange vlucht?
Sommige mensen vinden het stoer dat ik ga, ondanks dit alles.
Ik bedenk mezelf dat het misschien stoerder was geweest als ik niét was gegaan.
Maar nee zeggen, iets niét kunnen, dat is onmogelijk. Mijn motto: “Als je iets graag genoeg wilt, dan kan het ook!” brengt me even in verwarring. Dat is namelijk niet altijd zo. Soms belemmert je lijf je in wat je met je geest of hart zo ontzettend graag wilt.
En dan doe ik het: ik stuur in het weekend voordat we gaan een mail naar het groepje mensen dat ook vanuit Nederland naar Kenia gaat. Het groepje mensen dat ik inmiddels goed ken van de headteachers’ course. Ik mail dat ik hulp nodig ga hebben (pfff wat een overwinning!) en natuurlijk krijg ik lieve reacties.
In het vliegtuig heb ik gezorgd voor een stoel met extra beenruimte waar ik gemakkelijk op kan staan om af en toe een stukje te lopen. Ik zet mezelf er overheen dat al die mensen in dat grote vliegtuig (een 747) wel zullen denken als ik wéér een keer voorbij wandel.
Mijn grote roze koffer is bij iedereen bekend en ik reken uit dat ik vandaag iets vaker dan 10 keer heb gevraagd: “zou je voor mij….?” En natuurlijk doen ze het allemaal, met liefde en plezier. Ik kom aan in het hotel en ik realiseer me dat ik zónder mijn eigen koffer te tillen mijn bestemming bereikt heb. Een overwinning op mezelf.
Als we aankomen in het hotel (het is inmiddels middernacht geweest) ga ik in de lobby LIGGEN (eindelijk!) op een sofa. En bij het inchecken is een jongen die ook hier is met T4T (hij verzorgt workshops voor het voorgezet onderwijs) zo lief dat hij zijn kamer met me ruilt: op de begane grond, dicht bij de receptie. Ik ben er erg mee geholpen.
En als blijkt uit het schema met de verdeling van de scholen, en blijkt dat ik ver moet reizen (dus lang in de auto zal zitten deze week) is Aad zo lief om met me te ruilen. Ik mag wat dichterbij!
Het is de enige manier waarop ik het dit keer zal kunnen doen.
Hulp vragen, hulp accepteren.
Niet stoer en sterk zijn.
Me kwetsbaar opstellen.
Man, wat is dat moeilijk voor mij.
Iemand uit onze groep leest het boek: “De kracht van kwetsbaarheid” en ik weet dat het geen toeval is dat het hier onder mijn aandacht wordt gebracht.
Wat je schrijft :
Hulp vragen, hulp accepteren.
Niet stoer en sterk zijn.
Me kwetsbaar opstellen.
Dat is nu de enige manier waarop je het deze keer kunt doen, hou dat in de gaten. Toch wel stoer hoor!!